Stap voor stap naar een duurzame varkenshouderij

Luchtkwaliteit in de stal

Een goede luchtkwaliteit is onderdeel van een diergericht houderijsysteem en draagt bij aan de diergezondheid en het welzijn. De luchtkwaliteit in de stal wordt gemeten aan de CO2-en NH3-concentratie en hokbevuiling. Verschillende dingen hebben hier invloed op. In oplossingen is onderscheid te maken tussen bronmaatregelen en end-of-pipe maatregelen. Het is verstandig om in te zetten op bronmaatregelen, omdat hiermee het probleem op de meest effectieve manier wordt aangepakt. End-of-pipe maatregelen zijn symptoombestrijding en kunnen ook negatieve bijwerkingen hebben. Echter kunnen end-of-pipe maatregelen wel oplossing bieden als bronmaatregelen (nog) niet voldoende effectief blijken te zijn. Een voorbeeld hiervan is olie sproeien in de stal. Dit wordt als maatregel gegeven om de luchtkwaliteit goed te houden. Omdat dit niet de bron van het probleem in luchtkwaliteit aanpakt, wordt dit gezien als end-of-pipe oplossing. Wel is het een effectieve maatregel gebleken, ook tegen fijnstof. Als een bedrijf dus veel problemen heeft met luchtkwaliteit (of fijnstof) kan het als een tussenoplossing dienen. Let dan wel op de gladheid van de vloeren, dat de varkens niet uitglijden en dat het hok niet te vuil wordt, het afstellen van de apparaten komt nauw.

man met big

Genoeg ruimte is beter voor het welzijn en de gezondheid van de varkens. Ook levert het een betere luchtkwaliteit omdat functiegebieden beter kunnen worden gescheiden, er minder hokbevuiling is en daardoor minder ammoniak ontstaat.

Een varken heeft de natuurlijke neiging om verschillende plekken te gebruiken voor verschillende activiteiten, dit worden functiegebieden genoemd. Zo heeft een varken bijvoorbeeld het mestgebied en de rustplaats graag van elkaar gescheiden. De scheiding van functiegebieden is goed voor het welzijn en de gezondheid van de varkens. Het levert daarnaast ook een betere luchtkwaliteit op omdat er met de scheiding van functiegebieden er minder hokbevuiling plaatsvindt en er daardoor minder ammoniak ontstaat.

Het snel verwijderen van mest uit de stal helpt om de luchtkwaliteit hoog te houden. Hoe sneller de mest uit de stal wordt verwijderd, hoe minder ongewenste gassen er in de lucht terecht komen.

  • Dagelijks: 20% ammoniakreductie ten opzichte van het laten liggen of 46% extra reductie ten opzichte van het wekelijks weghalen (35%).
  • Wekelijks: 35% ammoniakreductie ten opzichte van het laten liggen.
  • Er zijn verschillende manieren van mestverwijdering.

Frisse lucht in de stal helpt om de luchtkwaliteit in de stal hoog te houden, omdat lucht continu wordt ververst en ongewenste gassen zich niet ophopen. Hierbij is natuurlijke ventilatie een geschikt middel.

Mestverwijdering

  • Guarino, M., Fabbri, C., Navarotto, P., Valli, L., Mascatelli, G., Rossetti, M., Mazzotta, V. (2003). Ammonia, methane and nitrous oxide emissions and particulate matter concentrations in two different buildings for fattening pig. In: CIGR (Ed.) Proceedings of the International Symposium on Gaseous and Odour Emissions from Animal Production Facilities (pp. 140-149). Danish Institute for Agricultural Sciences, Foulum, Denmark.
  • Guingand, N. (2000). Preliminary results on the influence of emptying slurry pits on the emission of ammonia and odours from fattening buildings. Journées de la Recherche Porcine 32: pp. 83-88.
  • Lachance, I. (2005). Effets de la séparation des déjections porcines sous les planchers lattés sur les émissions gazeuses et d’odeurs. Master thesis, Université Laval, Faculté des Sciences de l’Agriculture et de l’Alimentation, Université Laval, Québec.
  • Philippe, F.-X., Cabaraux, J.-F., Nicks, B. (2011). Ammonia emissions from pig houses: Influencing factors and mitigation techniques. Agriculture, Ecosystems & Environment 141(3-4): pp. 245-260.