Bij mono-vergisting wordt makkelijk afbreekbare koolstof omgezet in methaan, wat vervolgens gebruikt wordt om energie mee op te wekken. De organische stof die afgebroken is door de vergister, kan het organisch stof gehalte in de bodem niet meer opbouwen. Maar aangezien de makkelijk afbreekbare koolstof überhaupt niet ten goede komt aan de bodem, maar vervliegt, lijkt het efficiënter om deze stoffen te gebruiken om energie mee op te wekken. Het digestaat, wat overblijft na het vergisten van de mest, bevat minder, maar stabielere organische stof dan ruwe mest, waardoor het minder snel wordt afgebroken in de bodem. Dit maakt het stabieler en geeft minder CO2 uitstoot.
Bij gas uit mono-vergisting kan vaste mest of drijfmest worden gebruikt. Hierbij gaat het over gas uit mono-vergisting op het eigen erf. Vanwege het management van de stal wordt er meestal gekozen voor ofwel drijfmest ofwel vaste mest.
Het gas uit mono-vergisting kan worden omgezet in elektriciteit en warmte, waarbij het 40% elektriciteit en 60% warmte betreft.
Als er niet genoeg warmte vraag is op het bedrijf of in de buurt, kan het gas beter worden opgewaardeerd tot groen gas door het methaangehalte te verhogen. Dit is omdat het opwaarderen van het biogas tot groen gas een hoger rendement heeft (90%) en hiermee het gas kan worden geïnjecteerd in het gasnet.
Via een biogasboiler kan het biogas worden ingezet als warmte. Dit is alleen handig als er genoeg warmtevraag is.
Gas uit eigen mono-vergisting
Elektriciteit en warmte
Groen gas