Biodiversiteit is de optelsom van alle levende organismen op je erf: van egels, vogels, wormen en goede bacteriën in de bodem, tot planten en bomen. In een gezond ecosysteem is de biodiversiteit groot en in balans. Op dit moment staat de biodiversiteit onder druk door verschillende soorten vervuiling, maar ook door het verdwijnen van natuurlijke leefomgeving van verschillende organismen. Een varkenshouderij kan bijdragen aan biodiversiteit in de omgeving door het erf van het bedrijf natuurinclusief in te richten. Dat betekent dat je op het erf bijvoorbeeld nestkasten plaatst en hagen met inheemse struiken aanplant. Zo creëer je een prettige leefomgeving voor organismen en stimuleer je de biodiversiteit. Het is per bedrijf en locatie verschillend wat de beste maatregelen zijn.
Om de biodiversiteit op en rond het erf te verbeteren is het verstandig om eerst een analyse te maken van de specifieke situatie van het bedrijf en een hierop aangepast plan op te stellen. Elke regio heeft bijvoorbeeld eigen inheemse soorten en elk bedrijf eigen voorkeuren en dingen waar rekening mee gehouden moet worden. In dit biodiversiteitsplan worden stappen beschreven die voor het specifieke bedrijf bijdragen aan de biodiversiteit. Deze stappen worden in de loop van de jaren geïmplementeerd om tot een natuurinclusief ingericht erf te komen. Hierbij kan je bijvoorbeeld ook denken aan het inzetten van natuurlijke vijanden tegen plaagdieren. Maak daarom je eigen persoonlijke plan, dat past bij jouw bedrijf.
Voor hulp bij het maken van een bedrijfsbiodiversiteitsplan (pdf)
Voor een voorbeeld van een bedrijfsbiodiversiteitsplan (pdf)
Nestkasten bieden goede broedgelegenheid voor verschillende soorten vogels en stimuleren daardoor de aanwezigheid van vogels. Ze helpen daarom om de biodiversiteit in een gebied te bevorderen. Voor elke vogelsoort is er een andere nestkast, plaats daarom nestkasten voor vogels die daadwerkelijk in de omgeving voorkomen.
Plaats nestkasten niet op de het westen in verband met regen of op het zuiden in de volle zon. Plaats ze dus op het noorden, noordoosten of oosten. Plaats de nestkasten op minimaal twee meter hoog om zoveel mogelijk verstoringen te voorkomen. De nestkasten zijn er voor verschillende soorten vogels. Zo zijn er nestkasten voor onder andere:
Inheemse beplanting zijn planten, struiken en bomen die van nature in een gebied voorkomen. Dit betekent dat er in elk gebied weer andere inheemse soorten zijn. Het voordeel van inheemse soorten is dat het sterke planten zijn die goed bestand zijn tegen het specifieke klimaat, de bodem en de waterhuishouding van een plek. Daarnaast zijn ze aantrekkelijk voor insecten, bijen en andere bestuivers, vogels en vlinders, en geven ze dieren een plek om te schuilen en zich voort te planten.
Wilde planten en bloemen bedekken de bodem, wat de biodiversiteit bevordert. Ze leveren voedsel en beschutting en trekken bijen en insecten aan. Vogels houden van wilde bessen, fruit en zaden. Vlinders, bijen en wespen hebben nectarrijke planten en bloemen nodig. Bij de bronnen staan enkele voorbeelden.
Bijen zijn onmisbaar voor de bestuiving van bloemen en planten. De leefomgeving van de bij wordt aangetast, waardoor het belangrijk is om ze een plek te bieden. In een bijenhotel zitten verschillende gaatjes en bijvoorbeeld bamboestokjes om de natuurlijke omgeving van de bij na te bootsen. Het is slim om deze stap te combineren met de aanleg van inheemse beplanting (zie hierboven) en wilde planten.
Een vleermuizenkast kan op verschillende plekken geplaatst worden. Op het noorden geeft verkoeling in de zomer, op het zuiden geeft een warme verblijfplaats tijdens de wintermaanden en op het oosten is een tussenweg. Hang de kast minimaal drie meter hoog, onder de nok van een gebouw of hoog in de boom. Buitenlampen kunnen zorgen voor verstoring.
Erfbeplanting is positief voor mens en dier. Afwisselende erfbeplanting trekt verschillende vogels, insecten, vleermuizen en egels aan. Daarnaast kan het dienen als windbreking en creëert het een aangenaam werk- en leefklimaat. Er wordt aangeraden om de erfbeplanting op te bouwen uit bomen, struiken en kruiden.
Een houtwal is een lijnvormige verhoging in het landschap die begroeid is met bomen en struiken. Houtwallen zijn zeer onderhoudsarm en vormen een goed leefgebied voor verschillende soorten flora en fauna en kunnen ook als verbindingszone tussen verschillende gebieden dienen. Daarnaast gebruiken vleermuizen ze als oriëntatiepunt. Een houtwal kan tussen half november en half maart als het niet vriest worden aangeplant. Voor een gezonde houtwal is het verstandig om te kiezen voor inheemse soorten. Na 5-6 jaar gaan de takken in de houtwal elkaar raken, waardoor er indien nodig gesnoeid moet worden. Na 10 jaar is het eerste onderhoud nodig.
Sedum zijn vetplantjes die vocht opnemen in hun bladeren en goed tegen verschillende weersomstandigheden kunnen. Een sedumdak zorgt voor meer biodiversiteit, opslag van regenwater, een schonere lucht, verlengt de levensduur van het dak, vermindert de omgevingstemperatuur en -geluid, isoleert het dak, zorgt voor natuurlijk verkoeling en vangt fijnstof en CO2.
Een paddenpoel is een plek voor amfibieën, zoals kikkers, padden en salamanders, waar ze kunnen leven en zich voortplanten. Rondom de paddenpoel kan beplanting groeien. De paddenpoel kan het beste op het zuiden geplaatst worden. Om de dieren zo min mogelijk te storen, wordt aangeraden om één keer per jaar (tussen half augustus en eind september) de poel onderhouden worden, zoals zorgen dat de helft van de poel open water heeft en eens per vier of vijf jaar het slib verwijderen.
Bij een hoogstamboomgaard moeten de bomen op ruime afstand van elkaar worden gepland. Oude rassen hebben de voorkeur, omdat die van nature robuuster zijn en minder kwetsbaar voor ziektes en plagen.
Bij een groene muur worden verschillende soorten planten verticaal tegen de muur aangelegd. Een groene muur verbetert de luchtkwaliteit in de omgeving en koelt de omgeving. Het heeft een isolerende werking en vormt een huis voor kleine beestjes. De isolerende werking van een groene muur kan handig zijn bij kraamkamers in de stal. Niet overal is stalisolatie nodig, let dus op waar je de muur plaatst.
Niet alle dieren willen hun nest in een kast bouwen. Daarom zijn hier voorbeelden van andere nestmogelijkheden weergegeven:
Biodiversiteit op het erf
Nestkasten
Inheemse beplanting
Wilde bloemen en planten
Bijenhotel
Vleermuizenkast
Afwisselende erfbeplanting
Houtwallen
Sedumdak
Paddenpoel
Hoogstamboomgaard
Groene muur
Andere nestmogelijkheden