Voor het scheiden van functiegebieden is de leefruimte die de varkens hebben relevant. Dit moet groot genoeg zijn om deze scheiding te kunnen hebben. Belangrijk om te beseffen is dat leefruimte relatief is, dus het gaat niet alleen om het aantal m2 per varken, maar ook om met hoeveel de varkens in één hok zitten. Dit heeft dus invloed op elkaar. Hoe meer varkens er in een hok zitten, hoe groter één m2 per varken voelt. Toch is het ook niet handig om teveel varkens in een hok te hebben.
Groepshuisvesting wordt gestimuleerd en als er vanwege ziekte of het werpen een varken alleen in een hok moet, moet het varkens andere varkens kunnen zien. Voor het vastzetten van een zeug, is het goed om de richtlijnen van Skal aan te houden:
Genoeg ruimte