Stap voor stap naar een duurzame varkenshouderij

Wetgeving past bij een circulaire varkenshouderij

De randvoorwaarden in de keten moeten kloppen om als verschillende ketenpartijen stappen te kunnen zetten richting een circulaire varkenshouderij. Dit ligt zowel bij de keten als bij de overheid. De overheid kan hier via wetgeving ruimte aan bieden. Het is makkelijker voor de keten om circulair te worden als de overheid via de wetgeving ruimte geeft voor innovatieve ideeën die de circulariteit stimuleren in de keten. 

vrachtwagen

De varkenshouderij moet voldoen aan wet- en regelgeving. Op een aantal thema's is echter de huidige wet- en regelgeving belemmerend voor ontwikkelingen richting een circulaire varkenshouderij. Het aanpassen van wet- en regelgeving waarbij wel ruimte komt voor de transitie is dus noodzakelijk. Uit de praktijk is gebleken dat varkenshouders bijvoorbeeld tegen de volgende onderwerpen aanlopen:

  • Gebruik dierlijke mest:  in het huidige systeem is het gebruik van kunstmest aantrekkelijker dan het gebruik van dierlijke mest. Door het verlagen van de toegestane hoeveelheid kunstmest per hectare kan de overheid het gebruik van dierlijke mest stimuleren. 
  • Definitie kunstmest: bewerkte dierlijke mest kan goed dienen als kunstmestvervanger. Maar dat wordt op dit moment in de wetgeving niet beschouwd als kunstmest, waardoor er strengere regels zijn voor de applicatie. Het aanpassen van de definitie schept ruimte voor een bredere inzet van dierlijke (kunst)mest. 
  • Reststromen als veevoer:  er worden al veel reststromen gebruikt als veevoer. Toch zijn er ook reststromen die nu nog onbenut blijven vanwege wet- en regelgeving. GFT en swill zijn hier voorbeelden van. Dit kan veilig worden ingezet als veevoer door middel van verhitting. Hier is een aanpassing van de regels voor nodig. 
  • Heffing op verbouwd veevoer: het nog aantrekkelijker maken van reststromen kan door het invoeren van een heffing op verbouwd veevoer. De opbrengst hiervan kan worden ingezet om bijvoorbeeld het gebruik van reststromen en alternatieve eiwitbronnen te stimuleren.