De verwerker heeft voedselreststromen die normaal worden weggegooid, maar via de biomassa cascadering kunnen worden gerecycled. Dit houdt in dat de grondstoffen zo efficiënt mogelijk worden ingezet, waarbij ook gekeken wordt naar beschikbare alternatieven. De stappen hieronder moeten op volgorde worden doorlopen voor het beste resultaat. Ook sluiten ze elkaar uit, de reststromen kunnen maar op één manier worden ingezet, dit kan per reststroom verschillen. Deze volgorde wordt aangehouden omdat de grondstoffen dan zo efficiënt mogelijk worden ingezet, als een product wordt gebruikt voor energieproductie, gaat dat meestal via verbranding, waarna het niet meer als voedsel kan worden ingezet, andersom zouden de resten van het omgezette product alsnog kunnen worden ingezet voor de energieproductie.
Als eerste stap is het verstandig om alle voedselreststromen in kaart te brengen. Hierna kan dan een plan worden gemaakt om deze reststromen te verminderen en goed her te gebruiken.
Als eerste kijkt de verwerker of de voedselreststromen als humaan voedsel kunnen worden ingezet.
Als tweede wordt er gekeken of de verwerker de reststromen kan inzetten als bodemverbeteraar.
Als derde wordt gekeken of de reststromen van de verwerker ingezet kunnen worden als veevoer. Op dit moment zijn voedselresten met ingrediënten van dierlijke oorsprong, behalve diermeel, vismeel en insectenmeel, nog niet toegestaan als product voor diervoer. Als het wel wordt toegestaan, zijn deze reststromen een waardevolle grondstof voor varkensvoer en een passend ingrediënt in een circulaire varkenshouderij.
Ten slotte, als de reststromen niet kunnen worden ingezet als bovenstaande, kunnen deze stromen worden ingezet voor energieproductie.